De eerste 3 jaren zijn heel belangrijk om
een kind een
taal aan te leren. De taalontwikkeling hangt af van kind tot kind. Sommige
leren het heel snel en sommige iets trager. Je kan dit proces onderverdelen in 4 stappen:
2)
Vroegtalige fase: van
eenwoordzinnen naar tweewoordzinnen.
3)
Differentiatiefase: het vormen
van langere zinnen, de uitspraak verfijnen,…
4)
De voltooiingsfase: het ‘vloeiend’
kunnen spreken van de taal.
Na de voltooiingsfase als je 5-6 jaar bent
worden er nog een aantal zaken verworven zoals:
- fonologie: de verbinding van
3 medeklinkers (“sj” , “chr” , “sch”)
- woordenschat: Een kind blijft zijn
woordenschat uitbreiden onder invloed van uitbreiding van zijn leefwereld en
van de verstandelijke ontwikkeling. Ze leren nieuwe woordsoorten zoals
bijwoorden, voorzetsels, voegwoorden van oorzaak en gevolg, wederkerend
voornaamwoord “zich” en vragende voornaamwoorden ( waarmee, waardoor,
waaraan,…).
- zinsbouw: samengestelde zinnen worden
ingeleid door woorden als omdat, als, indien,… .
- morfologie:
ze leren de onregelmatige werkwoorden, verkleinwoorden, meervouden,… .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten